Nederlands : Nederlands accommodatie, de = voorzieningen chemicaliƫn, de = scheikundige stoffen complicaties, de = onverwachte problemen als gevolg van iets anders effectief = doeltreffend, met het gewenste effect interactief = waarbij je op elkaar reageert kleinschalig = klein van opzet pril = pas ontstaan schrijnend = ellendig, hartverscheurend substantie, de = stof, materie vaccinatie, de = inenting