Nederlands : Nederlands argwanend = achterdochtig, wantrouwend daadwerkelijk = echt, werkelijk in de hand werken = iets juist bevorderen opbiechten = bekennen, toegeven dat je iets (fout) hebt gedaan openhartig = open en eerlijk durven praten over je gevoelens realiteit, de = werkelijkheid specifiek = in het bijzonder, speciaal tekortkoming, de = fout, gebrek, zwakte uitbesteden = het door iemand anders laten doen vergoelijken = goedpraten