Nederlands : Nederlands deskundige, de = iemand die veel weet van iets citeren = de woorden van een ander letterlijk zeggen of opschrijven commentaar, het = reactie opvatting, de = mening blijken = duidelijk worden opsomming, de = lijst met dingen in een bepaalde volgorde gezegd of geschreven aangeven = laten zien, aanwijzen motief, het = reden waarom je iets doet voorkomen = ervoor zorgen dat iets niet gebeurt tegenspreken = zeggen dat iets niet waar is