Nederlands : Nederlands aan een half woord genoeg hebben = weinig uitleg nodig hebben omdat je elkaar goed aanvoelt altijd het laatste woord willen hebben = altijd wat terug te zeggen hebben bij zijn woord blijven = je verklaring of mening handhaven daar heb ik geen woorden voor = ik kan het (mijn gedachten, gevoelens) niet omschrijven daar is geen woord Frans bij = dat is volkomen duidelijk daarover is het laatste woord nog niet gesproken = die zaak is nog niet afgehandeld; er wordt waarschijnlijk nog uitgebreid teruggekomen op die zaak dat is een groot woord = dat is een overdreven aanduiding dat is geen woord te veel gezegd = dat is niet overdreven de woorden blijven me in de keel steken = je bent zo emotioneel dat je nauwelijks nog kunt praten dure woorden = nodeloos moeilijke woorden een hartig woordje met iemand spreken = iemand ergens ernstig op aanspreken er zijn woorden gevallen = er is ruzie geweest geen goed woord over hebben voor iets = iets volstrekt afkeuren geen onvertogen woord = geen ongepast woord harde woorden = onvriendelijke kritiek