|
advertentie die is geschreven in de vorm van een redactioneel artikel of nieuwsbericht
|
advies, raad
|
|
kort, grappig verhaaltje waarin een gebeurtenis of belevenis wordt verteld
|
iemand die uit een ander land komt
|
|
iemand met een Nederlandse achtergrond
|
houding
|
|
humoristische tekening over een actuele gebeurtenis; spotprent
|
mening, stelling
|
|
eindoordeel, gevolgtrekking
|
een geregeld verschijnende bijdrage waarin de schrijver op een heel persoonlijke (vaak humoristische) manier over allerlei onderwerpen schrijft
|
|
opbouwregel, vormgevingsprincipe
|
vaststelling, waarneming
|
|
tijdstip waarop een artikel, een pagina of een krant persklaar moet zijn
|
beoordelingspunt, eis
|
|
verzameling van artikelen over een bepaald onderwerp (vaak ook op het internet)
|
begripsomschrijving, woordverklaring
|
|
belangrijk, wezenlijk
|
opdringerige (bazige) houding
|
|
betrekking hebben op een volk of bevolkingsgroep
|
beleefdheidsregels, omgangsvormen
|
|
uitdrukkelijk, duidelijk
|
verzachtend woord of uitdrukking
|
|
inbegrepen, onuitgesproken
|
veronderstelling, aanname
|
|
journalistieke formule waarbij min of meer serieuze informatie toegankelijk wordt gemaakt door die te brengen als vermaak
|
Informatieve illustratie, bijvoorbeeld beeldgrafiek, waarin beeld en tekst één geheel vormen.
|
|
wekelijkse bijlage in het weekend of op andere dagen van de week, zoals ‘Boeken' in Trouw
|
ten opzichte van
|
|
bij uitstek goed overkomend op televisie of op andere media
|
de samenvattende eerste alinea, soms in een iets grotere, vettere letter gedrukt
|
|
aannemelijk, aanvaardbaar
|
nieuwvorming: een nieuw woord dat door veelvuldig gebruik in het dagelijks taalgebruik is opgenomen
|
|
beoordeling, kritische bespreking van een werk van literatuur, kunst of wetenschap in een dagblad of tijdschrift
|
voorzichtig taalgebruik om te voorkomen dat je een groepering beledigt
|
|
afdeling (bijvoorbeeld een pagina) van een krant gewijd aan een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld ‘Economie'
|
een langer krantenartikel waarin de nadruk ligt op de beschrijving van wat er te zien is en wat er gebeurt
|
|
stigmatiseren
|
strategie
|
|
taboeïseren
|
veronderstelling
|
|
weblog
|
essay
essay
|
|
hoor en wederhoor
hoor en wederhoor
|
mediawijsheid
mediawijsheid
|
|
aanpak, denkstappen
|
brandmerken, een slechte reputatie bezorgen
|
|
aanname, hypothese
|
een onderwerp of woord tot taboe (iets waar je niet over mag spreken) verklaren
|
|
een beschouwende prozatekst of een artikel voor krant of tijdschrift, waarin de schrijver zijn persoonlijke visie geeft
een beschouwende prozatekst of een artikel voor krant of tijdschrift, waarin de schrijver zijn persoonlijke visie geeft op hedendaagse verschijnselen, problemen of ontwikkelingen
|
online logboek (blog) waarop iemand regelmatig teksten schrijft over wat hij heeft meegemaakt
|
|
het vermogen om door het inzetten van media goede informatie te verwerven, problemen zelfstandig op te lossen
het vermogen om door het inzetten van media goede informatie te verwerven, problemen zelfstandig op te lossen of nieuwe creatieve toepassingen te ontwikkelen
|
Als een journalist of een bron kritiek levert op iemand, moet de persoon over wie het gaat óók gehoord worden.
Als een journalist of een bron kritiek levert op iemand, moet de persoon over wie het gaat óók gehoord worden. Dat is een journalistieke norm en het belangrijkste middel voor een medium in zijn streven objectief te zijn.
|