Nederlands : Nederlands aforisme = korte, kernachtige spreuk badinerend = (licht/luchtig) spottend bestendigen = laten voortduren, handhaven bühne = toneel, podium causaliteit = oorzakelijkheid coherent = samenhangend constatering = vaststelling demografisch = wat betreft de bevolkingsopbouw dystopie = een samenleving met alleen maar negatieve eigenschappen engagement = betrokkenheid (bij een maatschappelijke kwestie) fenomenaal = buitengewoon, fantastisch finesses = kleine onderdelen futiliteit = kleinigheid hiërarchisch = opgebouwd uit rangen en standen interpretatie = verklaring interveniëren = tussenbeide komen karakteriseren = typeren, kenmerken karikaturaal = overdreven (uitgebeeld) kentering = verandering, ommezwaai metamorfose = gedaanteverandering oeverloos = eindeloos ongenuanceerd = zwart-wit onverbloemd = onomwonden oubollig = ouderwets paradoxaal = (schijnbaar) tegenstrijdig parodie = een verhaal of gedicht waarin iemand of iets op een spottende manier wordt nagedaan pointe = ontknoping, clou polemisch = duidelijk stelling nemend tegen iets of iemand pretentieus = met wel erg hooggespannen verwachtingen, vol inbeelding proporties = verhoudingen relatief = naar verhouding rendement = resultaat resumé = beknopte weergave secundair = minder belangrijk strekking = kern, bedoeling stringent = streng substantieel = aanzienlijk to the point = tot de kern tucht = discipline, strikte orde utopie = een ideale samenleving van repliek dienen = duidelijk/afdoend antwoord (geven) verstrooiing = ontspanning