Hij moest het gelag betalen.
|
Geloof aan iets hechten.
|
Het naadje van de kous willen weten.
|
Iemand met een bezoek vereren.
|
Genoegen met iets nemen.
|
Over koetjes en kalfjes praten.
|
Achter het net vissen.
|
Vuur spuwen.
|
Iemand over de hekel halen.
|
Lief en leed delen.
|
pact
|
incident
|
dilemma
|
delict
|
offerte
|
bulletin
|
parodie
|
boycot
|
animo
|
mascotte
|
Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen.
|
iemand de zwartepiet toespelen
|
een teer punt
|
uit hetzelfde hout gesneden zijn
|
appels met peren vergelijken.
|
arbeid adelt
|
Met azijn vang je geen vliegen.
|
Een ongeluk komt zelden alleen.
|
Dat is een wassen neus.
|
Goedgebekt zijn.
|
precies willen weten hoe het zit
|
geloven dat iets waar is
|
hij draaide voor de kosten op
|
over onbelangrijke zaken praten
|
er tevreden mee zijn
|
bij iemand op bezoek gaan
|
iemand op scherpe wijze beoordelen
|
heel boos / woedend tekeergaan
|
een kans gemist hebben
|
Een toevallige gebeurtenis.
|
Verdrag tussen bijvoorbeeld twee landen.
|
heel veel samen meemaken, zowel geluk als verdriet
|
Een prijsopgave.
|
Een strafbaar feit.
|
Moeilijke keus uit twee dingen / zaken.
|
Uitsluiting van bijvoorbeeld handel.
|
Het namaken of nadoen met de bedoeling te spotten.
|
Een korte bekendmaking van iets.
|
wat het belangrijkste is moet voorrang hebben
|
Een voorwerp dat geluk brengt.
|
Zin om iets te gaan doen.
|
dezelfde eigenschappen hebben
|
een gevoelige zaak
|
proberen iemand de schuld te geven
|
met onaardige woorden bereik je niks
|
hard werken is goed voor je
|
geen onvergelijkbare dingen vergelijken
|
goed kunnen spreken / niet op je mondje gevallen zijn
|
dat stelt niets voor
|
als er iets tegenzit, volgen er vaak meer tegenslagen
|