Nederlands : Nederlands Iemand aan de tand voelen. = iemand ondervragen Iets van a tot z kennen. = precies weten hoe iets zit Iets aan de grote klok hangen. = iets algemeen bekendmaken Iets in zijn schild voeren. = iets stiekem van plan zijn Iets over het hoofd zien. = iets niet in de gaten hebben Zich het vuur uit de sloffen lopen. = zich heel goed inzetten Het bijltje erbij neerleggen. = ermee stoppen Het onderspit delven. = verliezen Gedane zaken nemen geen keer. = iets wat gebeurd is, kun je niet meer veranderen Bij de pakken neerzitten. = geen oplossing meer zien coulant = toegeeflijk effectief = doeltreffend desastreus = rampzalig fenomenaal = buitengewoon corrupt = omkoopbaar arrogant = verwaand variabel = veranderlijk unaniem = eenstemmig dubieus = twijfelachtig chaotisch = wanordelijk circulaire = brief aan een bepaalde groep mensen remedie = oplossing specificatie = toelichting met alle onderdelen apart vermeld het profiel (van haar hoofd) = het zijaanzicht (van haar hoofd) collage = samenvoeging van verschillende dingen tot een geheel clichés = veelgebruikte (afgezaagde) formuleringen ceremonie = plechtig behandeling snob = iemand die zich beter / rijker / kunstzinniger voordoet dan hij is befaamde = beroemde, bekende attitude = houding, instelling