Nederlands : Nederlands Geen middel onbeproefd laten. = er alles aan doen om iets voor elkaar te krijgen Zijn tanden op iets stukbijten. = ondanks een grote inzet iets niet voor elkaar krijgen De vrije hand hebben. = alle vrijheid hebben om te handelen of te beslissen Zich gepasseerd voelen. = teleurgesteld zijn, omdat je bv. ergens niet voor uitgekozen bent Iemand monddood maken. = ervoor zorgen dat iemand zijn mening niet kan geven Ruggespraak met iemand houden. = met iemand overleggen voor je beslist Van de prins geen kwaad weten. = zich van geen kwaad bewust zijn Uithuilen en opnieuw beginnen. = niet te lang met een tegenvaller bezig blijven, verwerken en weer doorgaan Verandering van spijs doet eten. = veranderingen zorgen ervoor dat je iets met plezier blijft doen Zonder blikken of blozen. = onverstoorbaar averij = schade (aan een schip) dispensatie = ontheffing duplicaat = afschrift het concept = het ontwerp valuta = munteenheid de consequentie = het gevolg collectie = verzameling branche = bedrijfstak antipathie = afkeer supplement = aanvulling significant = veelbetekenend suggesties = voorstellen nochtans = evenwel pre = pluspunt raffinement = doortraptheid / sluwheid integratie = het tot een geheel maken of het opnemen in een geheel op rantsoen stellen = een vastgestelde hoeveelheid van iets geven vaccinatie = inenting charlatan = iemand die de boel oplicht chronologisch = in de juiste tijdvolgorde