Je tanden in iets zetten. Hij zwijgt in alle talen. Dat legt gewicht in de schaal.
Dat geeft scheve gezichten. Iemand uit het slop halen. Een slaatje uit iets slaan.
Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Iemand in de tang nemen. Dat is mosterd na de maaltijd.
Een slag in de lucht. Je ... in iets zetten. Hij zwijgt in alle ....
Dat legt gewicht in de .... Dat geeft scheve .... Iets uit het ... halen.
Een ... uit iets slaan. Waar gehakt wordt, vallen .... Iemand in de ... nemen.
Dat is mosterd na de .... Een slag in de .... genetisch
fysiek familiair fragiel
rationeel riant geanimeerd
dat telt mee / dat is belangrijk hij wil niets loslaten / hij zegt niets ergens met veel inzet aan werken
ergens voordeel uit halen de problemen aanpakken en iets weer op gang krijgen dat maakt anderen jaloers
dat is nu te laat het iemand heel moeilijk maken waar gewerkt wordt, kunnen fouten worden gemaakt
talen tanden een schatting op goed geluk
slop gezichten schaal
tang spaanders slaatje
erfelijk lucht maaltijd
breekbaar ongedwongen lichamelijk
opgewekt heel goed verstandelijk
partieel penibel pittoresk
legio karikatuur in harmonie
gemêleerd de context provisie
commerciële aspiraties zich conformeren aan
alias
schilderachtig moeilijk; pijnlijk gedeeltelijk
in een goede verstandhouding spotprent heel veel
een percentage van de winst of de opbrengst het (zins)verband gemengd
zich schikken naar drang om hogerop te komen op de handel betrekking hebben
ook wel genaamd