Nederlands : Nederlands Met een aardappel in de keel spreken. = bekakt spreken De aap kwam uit de mouw. = de bedoeling werd duidelijk Angst is een slechte raadgever. = als je bang bent, neem je vaak de verkeerde beslissing Ondank is 's werelds loon. = goed werk / een goede daad wordt vaak niet beloond Dat is het neusje van de zalm. = dat is het allerbeste Spijkers met koppen slaan. = snel en goed handelen Iets met de Franse slag doen. = iets slordig / even snel doen Heer en meester zijn. = oppermachtig zijn De hand op de knip houden. = zuinig zijn De deur op een kier zetten. = de mogelijkheid bieden om te praten, te onderhandelen, verder te komen beducht = bang pertinent = beslist operationeel = werkend pedant = verwaand verpauperd = verarmd courant = veel gevraagd continu = onafgebroken comfortabel = gerieflijk complex = ingewikkeld capabel = geschikt editie = uitgave sommeerde = spoorde aan, maande aan degelijke = betrouwbare en niet heel bijzondere gedetacheerd = uitlenen aan een andere werkgever een goede reputatie hebben = goed bekend staan reductie = korting onheus bejegenen = onvriendelijk behandelen in dubio staan = niet zeker weten wat te moeten doen corpulent = dik astronomisch = heel groot