Iemand iets op de mouw spelden.
|
Met klinkende munt betalen.
|
Iemands naam door het slijk halen.
|
Zout in de wond wrijven.
|
Gedane zaken nemen geen keer.
|
Iemand te kakken zetten.
|
Zijn kans schoon zien.
|
Iets zwaar laten wegen.
|
Een zucht van verlichting slaken.
|
Zich geen illusies over iets maken.
|
Dat staat zo vast als een huis.
|
Zo koel als een kikker.
|
Eruitzien als geest.
|
Een geheugen als een olifant hebben.
|
Een kleur als een boei krijgen.
|
Zo rond als een ton.
|
Drinken als een tempelier.
|
Zo stijf als een plank.
|
Stelen als de raven.
|
Het loopt als een trein.
|
onbetwiste
|
assertief
|
boulimie
|
tanende
|
globaal
|
geagiteerd
|
schampere
|
boude
|
peanuts
|
kleinerende
|
heel slecht over iemand spreken
|
contant betalen
|
iemand onzin vertellen
|
iemand (in het openbaar) bespotten
|
wat gebeurd is, kun je niet meer veranderen
|
de pijn / het leed verergeren
|
heel opgelucht zijn
|
iets belangrijk vinden
|
de gelegenheid nemen toe te slaan
|
Een koelbloedig persoon.
|
Er is geen twijfel mogelijk.
|
ergens niet te veel van verwachten
|
Een rood gezicht krijgen / blozen.
|
Een heel goed geheugen hebben.
|
Er slecht uitzien.
|
Erg stijf zijn.
|
Overmatig drinken.
|
Heel erg dik zijn.
|
algemeen erkende
|
Dat gaat erg goed.
|
Alles maar stelen wat je kunt.
|
aan het afnemen
|
ziekelijke eetlust waarbij het eten later expres wordt uitgekotst
|
voor zichzelf opkomend
|
beetje bespottende
|
zenuwachtig / opgewonden
|
in grote lijnen
|
iemand minderwaardig makende
|
niks / onbeduidend
|
zelfverzekerde
|