In een gat vallen. Gebeiteld zitten. Op twee gedachten hinken.
Het gelag betalen. Om de hete brij heen draaien. Iets van de hand wijzen.
De handdoek in de ring werpen. Iets met lede ogen aanzien. Iemand naar de kroon steken.
Ergens oog voor hebben. In een gat ... Gebeiteld ...
Op twee gedachten ... Het gelag ... Om de hete brij heen ...
Iets van de hand ... De handdoek in de ring ... Iets met lede ogen ...
Iemand naar de kroon ... Ergens oog voor ... synchroon
legitiem competent transparant
conservatief melancholiek intolerant
niet weten wat te moeten kiezen in een ideale positie verkeren in een situatie terechtkomen waarin je weinig meer te doen hebt
iets afwijzen niet tot de kern van de zaak komen opdraaien voor de kosten
op weg zijn iemand te overtreffen met spijt vaststellen wat er gebeurt ermee stoppen
zitten vallen ergens aandacht voor hebben
draaien betalen hinken
aanzien werpen wijzen
gelijk hebben steken
doorzichtig bekwaam (goed) rechtmatig
onverdraagzaam zwaarmoedig behoudend
informeel constructief conform
kitsch prospectus principieel
initiatief tonen furieus pamflet
penetreren perforeren op baseren
analyseren
overeenkomstig opbouwend vrijblijvend
uit overtuiging klein drukwerk met informatie (soort folder) namaak
papier met tekst over actueel onderwerp woedend een eerste aanzet geven; iets op gang brengen
op funderen van gaatjes voorzien binnendringen
grondig onderzoeken