jobstijding
|
clementie
|
persifleren
|
gemêleerd gezelschap
|
duplicaat
|
significant
|
remedie
|
facultatief
|
prominent
|
corruptie
|
Een toontje lager zingen.
|
Iets uit de losse pols doen.
|
Al zijn kruit verschoten hebben.
|
Angst is een slechte raadgever.
|
Het hangt als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd.
|
Iemand tegen de haren in strijken.
|
Niet samen met iemand door één deur kunnen.
|
Waar gehakt wordt, vallen spaanders.
|
Iets naar je hand zetten.
|
Een ongeluk komt zelden alleen.
|
zijn visitekaartje afgeven
|
bij iemand in het gevlij komen
|
zijn biezen pakken
|
met twee tongen spreken
|
iemand met argusogen bekijken
|
iemand aan de tand voelen
|
het gelag moeten betalen
|
genoegen met iets nemen
|
iemand de zwarte piet toespelen
|
goedgebekt zijn
|
spottend nadoen
|
genade
|
ongeluksbericht
|
veelbetekenend
|
afschrift
|
allerlei mensen
|
opvallend
|
niet verplicht
|
oplossing
|
Iets met (te) groot gemak doen.
|
Een minder grote mond opzetten.
|
omkoping
|
Een gevaar dat voortdurend dreigt.
|
Als je bang bent, neem je vaak de verkeerde beslissing.
|
Alle middelen / mogelijkheden hebben gebruikt.
|
Waar gewerkt wordt, kunnen fouten gemaakt worden.
|
Niet goed met iemand kunnen samenwerken.
|
Iemand irriteren.
|
laten zien wat je kwaliteiten zijn
|
Als er iets tegenzit, volgen er vaak meer tegenslagen.
|
Het zo regelen, dat het je goed uitkomt.
|
tegen de een iets anders zeggen dan tegen de ander
|
(gedwongen) vertrekken
|
doen of zeggen wat iemand graag wil
|
voor de kosten opdraaien
|
iemand ondervragen
|
iets met argwaan in de gaten houden
|
goed kunnen spreken / je mond goed kunnen roeren
|
proberen iemand de schuld te geven
|
er tevreden mee zijn
|