Goedgebekt

Goedgebekt

Leer vele moeilijke woorden, uitdrukkingen, e.d. met Goedgebekt compleet. Ga voor meer informatie naar Studieboeken Nederlands van Uitgeverij Pak.

Wil je Nederlandse spelling oefenen? Doe dat met de app van Meester Klaas.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Nederlands Nederlands
  • het gebruik van titels (bv. in correspondentie) = titulatuur
  • iets oogluikend toestaan = gedogen
  • een zich snel uitbreidende besmettelijke ziekte = epidemie
  • het nemen van proeven op levende dieren = vivisectie
  • een drankje vóór het eten = aperitief
  • een gedaanteverwisseling = metamorfose
  • letterlijk weergeven wat iemand zegt = citeren
  • toekenning van gelijke rechten = emancipatie
  • een uitnodiging voor een vergadering = convocatie
  • uitgeleend aan een andere werkgever = gedetacheerd
  • iemand iets onder de neus wrijven = iemand (min of meer) onvriendelijk op zijn fouten wijzen
  • grof geschut inzetten = heel zware middelen inzetten om iets te bereiken
  • geen droog brood verdienen = heel weinig verdienen
  • spreken is zilver, zwijgen is goud = soms is het verstandig om niets te zeggen
  • dat is mosterd na de maaltijd = dat is nu te laat
  • dat is lood om oud ijzer = dat maakt niets uit
  • goedkoop is duurkoop = iets wat goedkoop was, blijkt vaak niet goed te zijn
  • geen middel onbeproefd laten = er alles aandoen om iets voor elkaar te krijgen
  • zonder blikken of blozen = onverstoorbaar
  • het naadje van de kous willen weten = precies willen weten hoe het zit
  • het op iemand gemunt hebben = iemand als slachtoffer gekozen hebben
  • iets soldaat maken = iets opeten of opdrinken
  • iemand verwijten naar het hoofd slingeren = kritiek leveren
  • iemand stroop om de mond smeren = aardig doen om iets voor elkaar te krijgen
  • van toeten noch blazen weten = er niets van af weten
  • het hoofd in de schoot leggen = zich ergens bij neerleggen
  • iemand de laan uitsturen = iemand ontslaan
  • de lachers op zijn hand hebben = het publiek / de omgeving meekrijgen (door een grap)
  • achter het net vissen = een kans gemist hebben
  • met iets op de proppen komen = ergens over beginnen / iets laten zien