halen uit

Hij haalde veel voldoening uit zijn werk als vrijwilliger bij de lokale voedselbank.

hanteren

Ik ben linkshandig, dus ik hanteer een pen met mijn linkerhand.

hanteren

Ik kan zo'n situatie niet hanteren.

heen en weer

Ik moest heen en weer rennen tussen de keuken en de eetkamer om ervoor te zorgen dat het eten niet aanbrandde.

helaas

Het is helaas niet gelukt.

herkennen (aan)

Ik herkende hem aan zijn stem.

het geval zijn

Het kan het geval zijn dat we niet genoeg tijd hebben om het project af te ronden voor de deadline.

hoe …, hoe …

Hoe beter je voorbereid bent, hoe groter de kans op succes.

hoewel

Hoewel het regende, gingen we toch wandelen.

hoofdzaak

De hoofdzaak is dat we alles af hebben tegen het einde van de dag.

horen tot

Het museumstuk hoort tot de collectie van moderne kunst.

omgaan met gebruiken (met de handen) ergens vandaan halen
weer weten wie iemand is of wat iets is tot mijn spijt van een oorspronkelijke positie naar een nieuwe positie en weer terug
ofschoon, ondanks het feit dat om een verband te leggen tussen twee delen van een zin, waarbij wordt aangegeven dat de ene actie of eigenschap afhankelijk is van de andere verwijzen naar de situatie of omstandigheden die momenteel van toepassing zijn, of om een specifiek punt te benadrukken
passen bij, een geheel vormen met het belangrijkste