Nederlands : Nederlands Hij stapte uit bed [nadat] hij zijn alarm afzette. = na het genoemde "naderen -\"We naderen het station van Brussel-Zuid.\"-" = dichterbij komen, in aantocht zijn "nagaan -\"Ga nog even na of je geen spelfouten hebt gemaakt.\"-" = inspecteren, nakijken "nagaan -\"Hij wilde de oorzaak van het probleem nagaan voordat hij met een oplossing kwam.\"-" = beredenerend onderzoeken "nauwelijks -\"Ik kan nauwelijks Frans spreken.\"-" = bijna niet, ternauwernood, amper "nauwelijks -\"Ik was nauwelijks thuis, of de telefoon ging.\"-" = pas, amper "nauwkeurig -\"De monteur voerde een nauwkeurige controle uit om het probleem met de motor te vinden.\"-" = juist, zorgvuldig, stipt, accuraat "negeren -\"Ze negeerde zijn mopje want hij was niet grappig.\"-" = doen alsof je iemand niet ziet, iets niet merkt "nodig zijn -\"Voor de presentatie waren enkele grafieken nodig om de gegevens visueel weer te geven.\"-" = noodzakelijk, vereist om een bepaald doel te bereiken, een taak uit te voeren, of een situatie te verbeteren "nogal -\"Het is nogal duur.\"-" = tamelijk "noodzakelijk -\"Het dragen van een veiligheidsbril is noodzakelijk.\"-" = werkelijk nodig, wat moet gebeuren "nota bene -\"De trainingsessie zal plaatsvinden in zaal 2 (NB: gewijzigde locatie).\"-" = let op! (opmerking in een tekst, waarna een mededeling volgt die je beslist niet mag missen), afgekort: NB "nota bene -\"Hij vroeg om een derde ijsje terwijl hij er nota bene al twee had gehad!\"-" = om op een buitensporigheid te wijzen, om iets dat je zegt en waarover je verwonderd bent extra te benadrukken "noteren -\"De namen van alle getuigen werden genoteerd\"-" = opschrijven, aantekenen, optekenen "nut -\"Het nut van afwisseling in je voeding is algemeen bekend.\"-" = opbrengst, voordeel