te maken hebben met
Ik heb te maken met veel verschillende soorten mensen op mijn werk. |
te maken krijgen met
Ze kreeg te maken met technische problemen tijdens het uitvoeren van haar project. |
techniek
In haar verkooptechniek maakt ze gebruik van overtuigende argumenten en vriendelijke benaderingen. |
techniek
De techniek van die voetballer is verbijsterend. |
technisch
Zij volgt een technische opleiding. |
tegelijkertijd
Je kunt geen twee dingen tegelijkertijd doen. |
tegenkomen
Ik ben onze tante in de stad tegengekomen. |
tegenover
tegenover de school |
tegenover
Dat is niet zo aardig tegenover je klasgenoot. |
tegenstelling
De tegenstelling tussen warme zomerdagen en koude winternachten is opvallend. |
telkens
Ze vroeg telkens hoe laat het was. |
ten aanzien van
We moeten nog een aantal belangrijke beslissingen nemen ten aanzien van de nieuwe regels. |
ten behoeve van
We hebben gratis soep ten behoeve van de daklozen voorzien. |
ten minste
Ik wil ten minste honderd euro voor die fiets. |
tenminste
Ik ga mee, tenminste, als ik mag. |
terechtkomen
Maak je geen zorgen, alles komt weer terecht. |
terechtkomen
Nadat hij betrapt werd op diefstal, kwam hij in de gevangenis terecht. |
tevens
Het klaslokaal wordt tevens gebruikt voor de naschoolse opvang. |
tevoorschijn komen
Hij haalde zijn paspoort tevoorschijn. |
tevoren
Ik waarschuw je van tevoren. |
tijdelijk
De weg is tijdelijk afgesloten voor het verkeer. |
de bewerkingen of verrichtingen die nodig zijn om in een bepaalde tak van kunst, industrie iets tot stand te brengen | geconfronteerd worden met iets, vaak onverwachts of onaangenaam | verband houden met iets anders, betrokken zijn bij iets anders |
tegelijk, in dezelfde tijd, op hetzelfde ogenblik | als iets met techniek te maken heeft, de of een techniek betreffend, in de of een techniek | manier waarop je te werk gaat als je iets maakt of uitvoert, bedrevenheid, vaardigheid |
ten opzichte van, jegens | aan de overkant van | toevallig ontmoeten of aantreffen |
met betrekking tot, wat betreft, over | elke keer of herhaaldelijk | het tegengesteld-zijn, verschil tussen zaken die tegenover elkaar staan |
althans | op zijn minst, minimaal | voor, ten bate, in het belang van, ten gunste van |
ook, tegelijk, daarbij, bovendien | belanden, ergens komen zonder dat je vooraf wist waar de weg heen leidde | op de juiste plaats komen, in orde komen |
voor een bepaalde tijd, niet voor vast of altijd, voorbijgaand, vergankelijk | vroeger, op een eerder tijdstip, vooraf | zichtbaar worden, zich laten zien |
tijdens
Tijdens de pauze mag je eten. |
tijdstip
Laten we dit uitstellen tot een later tijdstip. |
toelichten
Ja of nee is niet genoeg, licht je antwoord toe! |
toelichting
Hierbij ontvangt u een toelichting op de nieuwe regels. |
toestaan
Mijn vader staat het niet toe dat ik alleen naar huis fiets na het donker. |
toestemming
Je moet toestemming vragen aan je ouders om mee te mogen naar Parijs. |
toets
Volgende week hebben we een toets van dit hoofdstuk. |
toets
Een piano heeft zwarte en witten toetsen. |
toevoegen (aan)
Ze voegde altijd extra suiker toe aan de koffie. |
tonen
Hij toonde oprecht interesse voor hun werk. |
totaal
In totaal was de uitkomst 24,75. |
totaal
Ik was het totaal vergeten. |
type
Dit is een nieuw type smartphone. |
type
Hij ziet er best leuk uit, maar hij is mijn type niet. |
nader verklaren, uitleg geven over | moment, bepaald punt in de tijd | ten tijde van, zolang iets duurt, gedurende |
goedkeuring van een verzoek of een wens, inwilliging | toelaten, goedvinden dat iemand iets doet | verklaring, uitleg |
bij iets voegen, (ergens) bij doen | smal, beweegbaar knopje of onderdeel waarop de vingers drukken bij het bedienen van een apparaat | onderzoek naar kennis, bruikbaarheid, vorderingen, test om uit te zoeken of iets of iemand voldoet aan bepaalde voorwaarden |
helemaal, geheel, ten volle | alles bij elkaar, gezamenlijk bedrag | laten zien of merken, te kennen geven |
persoon van wie bepaalde kenmerken of eigenschappen genoemd worden | soort met bepaalde kenmerken, model, vorm |