NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Oudgrieks
Eisma
Euripides 2021 Basiswoorden
Blok 6 (Hfdst. 4, 2, a)
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Oudgrieks
Nederlands
τίς / τί; gen. τίνος;
=
wie / wat (zelfst.) / welk(e) (bijv.)
ἡ πύλη
=
poort
τὸ ἄστυ / ἄστεως
=
stad
εἶμι
=
gaan / komen / zullen gaan / zullen komen (fut. van ἔρχομαι)
ζητέω
=
zoeken
οἶδα (perf.)
=
weten / kennen
ὁ πρέσβυς / πρέσβεος
=
oude man
γέραιος
=
oud / bejaard
φίλος
=
geliefd / dierbaar
ὁ φίλος
=
vriend
σός
=
jouw / uw
αἰσθάνομαι / aor. ᾐσθόμην
=
(be)merken / waarnemen
παρά / παρ' + gen.
=
(van de kant) van
ἕτοιμος
=
bereid / gereed
ὁ ἄνθρωπος
=
mens / man / persoon
ἡμᾶς
=
ons (acc. van ἡμεῖς)
ἡμεῖς
=
wij (nom.)
δύνατος
=
in staat / mogelijk
μέγας / μεγάλη / μέγα
=
groot