Dagen

Dagen van de week leren in het Portugees


Wil je de dagen van de week leren in het Portugees?
Leer dan deze lijst met Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Portugees Nederlands
  • maandag = segunda-feira
  • dinsdag = terça-feira
  • woensdag = quarta-feira
  • donderdag = quinta-feira
  • vrijdag = sexta-feira
  • zaterdag = sábado
  • zondag = domingo
  • segunda-feira = maandag
  • terça-feira = dinsdag
  • quarta-feira = woensdag
  • quinta-feira = donderdag
  • sexta-feira = vrijdag
  • sábado = zaterdag
  • domingo = zondag
  • dia = de dag
  • a semana = de week
  • O fim de semana = het weekend
  • no meio da semana = de midweek
  • de manhã = 's ochtends
  • a tarde = 's middags
  • à noite = 's avonds / 's nachts
  • durante o dia = overdag
  • amanhã = morgen
  • hoje = vandaag
  • o dia Depois de Amanhã = overmorgen
  • ontem = gisteren