Spaans : Nederlands el mensaje = het bericht el intercambio lingüístico = de taaluitwisseling el ruso = het Russisch venezolano = Venezolaans / uit Venezuela encantar = heel leuk vinden gustar = leuk vinden / bevallen la pasión = de passie el abrazo = de knuffel / de omhelzing el portugués = het Portugees el chino = het Chinees el mar = de zee esperar = hopen / verwachten / wachten op el alemán = het Duits sobre todo = vooral / bovenal el grupo = de groep dejar = achterlaten el mensaje de voz = het ingesproken bericht aventurero = avontuurlijk divertido = leuk hablador = spraakzaam normal = normaal moreno = donker (van haar en ogen) bajito = klein al principio = in het begin tímido = verlegen agradable = vriendelijk