Spaans : Nederlands a la derecha = rechts / aan de rechterkant justo = precies la esquina = de hoek el hospital = het ziekenhuis por aquĆ­ = hier in de buurt seguir = volgen / doorgaan todo recto = rechtdoor al final de = aan het eind van al lado de = naast mismo = hetzelfde / hier: zelf el dependiente = de (winkel)medewerker