sentir aparecer la emoción
negativo ansiedad el miedo
la frustración positivo la ilusión
el entusiasmo la diversión afectar
el proceso el aprendizaje creer que
fácil(mente) responder salir a la pizarra
dar vergüenza ir bien repetitivo
ridículo el acento sentirse fatal
divertirse motivar ser importante (para)
de emotie zich voordoen / verschijnen voelen
de angst de bezorgdheid / de angst negatief
de verwachting / de blijdschap positief de frustratie
schadelijke gevolgen hebben het vermaak het enthousiasme
geloven dat het leren het proces
voor het bord komen beantwoorden makkelijk
herhalings- goed zijn verlegen maken
zich verschrikkelijk voelen het accent belachelijk
belangrijk zijn (voor) motiveren zich vermaken / plezier hebben
inseguro la conversación frustrado
corregir delante (de) la corrección
gramatical
gefrustreerd het gesprek onzeker
de juistheid voor verbeteren
van de grammatica