Spaans : Nederlands la distribución = de verdeling formar parte de = deel uitmaken van sin embargo = desondanks el recurso = het middel según = volgens cubrir = bedekken la estadística = de statistiek la higiene = de hygiëne la limpieza = de schoonmaak el riesgo = het risico desarrollado = ontwikkeld alcanzar = bereiken disponer de = beschikken over la jornada = de werkdag el kilómetro = de kilometer la cifra = het cijfer escaso = schaars en vano = tevergeefs agotar = opgebruiken