Spaans : Nederlands
el cómic = de strip
la mezcla = het mengsel
la escritura = het schrijven
contar = vertellen
la historia = het verhaal
nacer = geboren worden
a finales de = aan het einde van
el siglo = de eeuw
el éxito = het succes
la sencillez = de eenvoud
técnico = technisch
crear = scheppen
solo = alleen
necesitar = nodig hebben
el lápiz = het potlood
a diferencia de = in tegenstelling tot
la diferencia = het verschil
hacer falta = nodig zijn
el desarrollo = de ontwikkeling
tecnológico = technologisch
lograr = bereiken
con el paso de los años = in de loop der jaren
la película de animación / los dibujos animados = de tekenfilm
mudo = stom
en blanco y negro = in zwart-wit
la sala de proyección = de filmzaal
la sala = de zaal
tocar = muziek spelen
el sonido = het geluid
el cine sonoro = de geluidsfilm
llegar = komen
más tarde = later
intervenir = deelnemen aan
el guionista = de scenarioschrijver
el iluminador = de lichttechnicus
el maquillador = de grimeur
el actor = de acteur
la actriz = de actrice
el decorador = de decorontwerper
contra = tegen
protagonizado = met in de hoofdrol
el detective = de detective
la obra = het werk
conocido = bekend
hecho = gemaakt
ganador = de winnaar
el premio = de prijs