Spaans : Nederlands el trabajo = het werk publicar = uitgeven la revista = het tijdschrift ayudar = helpen la entrevista = het interview el reportaje = de reportage la noticia = het nieuwsbericht un poco = een beetje la imaginación = de verbeeldingskracht la papelería = de kantoorboekhandel ¿cuál? = welke caminando = lopend en bici = op de fiets la bici(cleta) = de fiets el cartero = de postbode fotografiar = fotograferen el animal = het dier por cierto = trouwens llevarse = meenemen cenar = eten