Spaans : Nederlands
interesarse = zich interesseren voor
la navegación = de scheepvaart
el marinero = de zeeman
la geografía = de aardrijkskunde
viajar = reizen
el apoyo = de steun
económico = financieel
la tripulación = de bemanning
desembarcar = van boord gaan
olvidado = vergeten
tardar = erover doen