Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • solo/a = alleen
  • azul = blauw
  • allí = daar
  • esto/a = dit
  • oscuro/a = donker
  • idea = het idee
  • ti = jou
  • portátil = de laptop
  • mi mismo/a = mezelf
  • recién = net
  • lugar = de plek
  • ventana = het raam
  • silla = de stoel
  • mesa = de tafel
  • por lo demás = trouwens
  • dudar (dudo todavía) = twijfelen
  • por qué = waarom
  • invierno = de winter
  • buhardilla = de zolder
  • verano = de zomer
  • sol = de zon