Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • agenda = de agenda
  • todos / todas = allemaal
  • bah = bah
  • mejor = beter
  • fiambrera = de broodtrommel
  • sed = de dorst
  • ducharse = douchen
  • estuche = het etui
  • cara = het gezicht
  • cabello = het haar
  • hambre = de honger
  • miel = de honing
  • garganta = de keel
  • cuello = de nek
  • apresurarse = opschieten
  • levantarse = opstaan
  • coger = pakken
  • organizar = regelen
  • mochila = de rugzak
  • tesoro = schat
  • volver = terugkomen
  • sentir = voelen
  • anterior = vorig
  • despertador = de wekker