- Spaans Nederlands
- la habitación = de kamer
- el anuncio = de advertentie
- el servicio = de service
- la situación = de situatie
- el baño completo = de badkamer met badkuip
- el baño = de badkamer
- completo = compleet
- la calefacción = de verwarming
- la terraza = het terras
- la piscina = het zwembad
- el garaje = de garage
- la habitación doble = de tweepersoonskamer
- el mueble = het meubel
- la cocina = de keuken
- el campo de golf = de golfbaan
- con vistas al mar = met uitzicht op zee
- el dormitorio = de slaapkamer
- la cama = het bed
- el salón-comedor = de woonkamer
- amueblado = gemeubileerd
- la mesa = de tafel
- la silla = de stoel
- alquilar = huren
- el aparcamiento = de parkeerplaats
- buscar = zoeken
- fuera = buiten
- la lista = de lijst