goedendag / goedemorgen
Buenos días
Goedendag / Goedemorgen
bueno, ¿y tú?
goed en met u?
¿De dónde es usted?
waar komt u vandaan?
Soy de Holanda
Ik kom uit Nederland
¿Cómo te llamas?
hoe heet je?
Hola, Mucho gusto
hallo, leuk u te ontmoeten
Hasta la próxima
Tot de volgende keer
Adiós y buen viaje
Tot ziens en goede reis