Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • buenos días = goedemorgen
  • goedendag / goedemorgen

  • buenas noches = goedenavond
  • Buenos días = Goedendag
  • Buenos días

    Goedendag / Goedemorgen

  • hola = hallo
  • ¿Qué tal? = Hoe gaat het met u?
  • ¿Cómo estás? = Hoe is het?
  • ¿Todo bien? = Alles goed?
  • bueno = goed
  • bueno, ¿y tú?

    goed en met u?

  • dónde = waar
  • ¿De dónde es usted?

    waar komt u vandaan?

  • Holanda = Nederland
  • Soy de Holanda

    Ik kom uit Nederland

  • Cómo = hoe
  • ¿Cómo te llamas?

    hoe heet je?

  • ¿Cómo se llama? = Hoe heet u?
  • Me llamo ... = ik heet ...
  • Mucho gusto = aangenaam
  • Hola = hallo
  • Hola, Mucho gusto

    hallo, leuk u te ontmoeten

  • Adiós = tot ziens
  • ¡Qué lo pase bien! = Veel plezier!
  • próxima = volgende
  • Hasta la próxima

    Tot de volgende keer

  • buen viaje = goede reis
  • Adiós y buen viaje

    Tot ziens en goede reis

  • Hasta mañana = Tot morgen