Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • acaboda = beëindigd
  • camarero = kelner
  • postre = toetje
  • flan = pudding
  • helado = ijs / roomijs
  • fruta = fruit
  • claro que sí = natuurlijk wel
  • naranjas = sinasappels
  • manzanas = appels
  • dulces = zoet
  • póngame = geeft u me / geeft u me maar
  • el sabor = de smaak
  • delicioso = heerlijk
  • pasa por = loopt langs
  • siéntate = ga zitten
  • rato = poosje
  • ofrecer = aanbieden
  • sangría = sangría
  • hielo = ijs
  • hielo / helado

    ijs

  • hace mucho calor = het is erg warm
  • tapas = hapjes
  • desde luego = natuurlijk
  • acabo de comer = ik heb net gegeten
  • gordo = dik
  • disparate = onzin
  • estupenda = geweldig
  • charlan = babbelen
  • hasta luego = tot ziens