Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • la vida = het leven
  • el desayuno = het ontbijt
  • la comida = het middageten / de lunch
  • la cena = het avondeten
  • el postre = het toetje
  • el vaso = het glas
  • la leche = de melk
  • el bocadillo = het broodje
  • la fruta = het fruit
  • empezar con = beginnen met
  • una hora = een uur
  • una media hora = een half uur
  • temprano = vroeg
  • tarde = laat
  • aprender = leren
  • la biología = biologie
  • el castellano = het Spaans
  • la música = muziek
  • las matemáticas = wiskunde
  • el autobús = de (school)bus
  • el autobús escolar

    de (school)bus

  • la pausa = de pauze
  • el recreo / la pausa

    de pauze

  • el recreo = de pauze
  • el recreo / la pausa

    de pauze

  • jugar al fútbol = voetballen
  • por fin = eindelijk
  • llegar a casa = thuiskomen
  • dormir = slapen
  • cansado = moe