Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • la mesa = de tafel
  • la carta = de kaart / het menu
  • el plato = het gerecht
  • el camarero / la camarera = de ober
  • la receta = het recept
  • el sabor = de smaak
  • el agua sin gas = het mineraalwater
  • la sopa = de soep
  • la ensalada = de salade
  • las verduras = de groente
  • el pollo = de kip
  • el arroz = de rijst
  • La salsa = de saus
  • el queso = de kaas
  • tener (ie) sed = dorst hebben
  • tener (ie) hambre = honger hebben
  • delicioso = heerlijk
  • sano = gezond
  • rico = lekker / rijk
  • vegetariano = vegetarisch
  • típico = typisch
  • tomar = nemen / drinken
  • cocinar = koken
  • probar = proeven / proberen
  • preparar = bereiden / klaarmaken
  • pedir = vragen / bestellen
  • pensar = denken
  • quemado = verbrand