Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Spaans Nederlands
  • la mascota = het huisdier
  • el gato = de poes
  • el perro = de hond
  • el conejo = het konijn
  • el pez = de vis
  • el ratón = de muis
  • la gallina = de kip
  • el caballo = het paard
  • el tigre = de tijger
  • el elefante = de olifant
  • el león = de leeuw
  • el oso = de beer
  • el loro = de papegaai
  • el mono = de aap
  • la serpiente = de slang
  • el pájaro = de vogel
  • el burro = de ezel
  • volar = vliegen
  • medir = meten / lang zijn
  • medir i

    meten / lang zijn

  • la altura = de hoogte
  • las alas = de vleugels
  • cerca = dichtbij
  • lejos = ver weg
  • ruidoso = rumoerig / luidruchtig
  • peligroso = gevaarlijk
  • gritar = gillen / schreeuwen
  • más o menos = ongeveer
  • entre = tussen