Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Turks Nederlands
  • gitmek = gaan
  • yok = geen
  • evli = getrouwd
  • (s)i olmak = hebben
  • çocuk = het kind
  • öğrenmek = leren
  • ay = de maand
  • (y)e, -(y)a = naar
  • Hollanda = Nederland
  • Hollandaca = Nederlands
  • değil = niet
  • okul = de school
  • çalışmak = werken
  • dükkan = de winkel
  • rakam = het cijfer
  • kız (çocuğu) = de dochter
  • oğlan = de jongen
  • kız = het meisje
  • anlatmak, bahsetmek = vertellen over
  • oğul = de zoon
  • bir = één
  • iki = twee
  • üç = drie
  • dört = vier
  • beş = vijf
  • altı = zes
  • yedi = zeven
  • sekiz = acht
  • dokuz = negen
  • on = tien