Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Turks Nederlands
  • giyinmek = aantrekken
  • anlaştık, tamam = afgesproken
  • yakın tarihte = binnenkort
  • pantolon = de broek
  • kahverengi = bruin
  • giymek = dragen
  • sarı = geel
  • haklı olmak = gelijk hebben
  • gri = grijs
  • ceket = het jasje
  • elbise = de jurk
  • renk = de kleur
  • uzun (zaman) = lang
  • den sonra = na
  • şık, tertipli = net
  • gömlek = het overhemd
  • etek = de rok
  • ayakkabılar = de schoenen
  • eşyalar = de spullen
  • kazak, süveter = de trui
  • tişört = het T-shirt
  • harcamak = uitgeven
  • bu öğleden sonra = vanmiddag
  • doğru, gerçek = waar
  • kız kardeş, abla = de zus