Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Dutch English
  • eten = food
  • drinken = drink
  • Ik heb honger = I'm hungry
  • Ik heb erge dorst = I am very thirsty
  • iets proeven = taste something
  • koken = cook
  • koffie zetten = to make coffee
  • een snack = a snack
  • een warme maaltijd = the hot meal
  • eet smakelijk! = enjoy your meal!
  • proost! = cheers!
  • de soep = the soup
  • het ei = the egg
  • de vis = the fish
  • de kip = the chicken
  • vegetarisch = vegetarian
  • ham = ham
  • worst = sausage
  • salade = salad
  • de saus = the sauce
  • het brood = the bread
  • broodjes = sandwiches
  • paste = pasta
  • rijst = rice
  • gekruid = seasoned
  • mosterd = mustard
  • olie = oil
  • azijn = vinegar
  • pittig = spicy
  • zoet - zuur = sweet - sour
  • bitter = bitter
  • vet = fat
  • krokant = crispy
  • sinaasappelsap = orange juice
  • suiker = sugar
  • melk = milk
  • boter = butter
  • slagroom = whipped cream
  • kaas = cheese
  • jam = jam
  • chocolade = chocolate
  • ijs = ice cream
  • een stuk taart = a piece of cake
  • een koekje = a cookie