Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • attic = zolder
  • I used to play at the attic.

    ik speelde vroeger altijd op zolder.

  • auction = veiling
  • At an auction, people can bid on items.

    Op een veiling kunnen mensen op voorwerpen bieden.

  • (to) bid = bieden
  • cashier = cassière
  • certain = zeker
  • charity = goed doel
  • competition = concurrentie
  • department store = warenhuis
  • (to) donate = doneren
  • earrings = oorbellen
  • Look at those earrings.

    oorbellen

  • empty-handed = met lege handen
  • fierce = heftig
  • generous = vrijgevig
  • (to) grab = grijpen
  • jewellery = juwelen
  • (to) mention = noemen
  • When she used to talk about Mr. Kane, did she ever mention Rosebud?

    noemen

  • owner = eigenaar
  • Can you persuade my owner, the lady of the farm?

    Kun je mijn eigenaar, de dame van de boerderij overtuigen?

  • profit = winst
  • He made a 200 euro profit when he sold his scooter.

    Hij maakte 200 euro winst toen hij zijn scooter verkocht.

  • value = waarde