Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • antworten = antwoorden
  • der Ausflug = het uitstapje
  • fragen = vragen
  • freundlich = vriendelijk
  • die Reise = de reis
  • schreiben = schrijven
  • sehen = zien
  • weit = ver
  • das Abenteuer = het avontuur
  • bringen = brengen
  • der Erwachsene = de volwassene
  • der Jugendliche = de jongere
  • möglich = mogelijk
  • die Ferien = de vakantie
  • werden = worden
  • zählen = tellen
  • der Eintritt = de entree
  • heute = vandaag
  • hoffentlich = hopelijk
  • die Lösung = de oplossing
  • die Sprache = de taal
  • stattfinden = plaatsvinden
  • der Zug = de trein
  • zum Beispiel = bijvoorbeeld
  • aber = maar
  • die Nachrichten = het nieuws
  • das Wetter = het weer
  • zwischen = tussen
  • der Norden = het noorden
  • der Osten = het oosten
  • der Süden = het zuiden
  • der Westen = het westen