Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • anziehen = aantrekken
  • aufregend = opwindend
  • genau = precies
  • das Geschäft = de winkel
  • glücklich = gelukkig
  • die Klamotten = de kleren
  • müde = moe
  • wach = wakker
  • einladen = uitnodigen
  • eng = strak
  • fehlen = ontbreken
  • immer = altijd
  • plötzlich = plotseling
  • tun = doen
  • unbedingt = beslist
  • weit = wijd
  • erst = pas
  • die Leute = de mensen
  • manchmal = soms
  • die Mannschaft = het team
  • nirgendwo = nergens
  • sicher = zeker
  • sofort = meteen
  • der Spaß = het plezier
  • ab = vanaf
  • das Abenteuer = het avontuur
  • beliebt = populair
  • das Erlebnis = de belevenis
  • ganz = heel
  • nett = aardig
  • sondern = maar
  • teilnehmen = deelnemen