Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • das Ausland = het buitenland
  • ausbilden = opleiden
  • fertig = klaar
  • keine Ahnung haben von = geen idee hebben van
  • nächst = volgend
  • notwendig = noodzakelijk
  • schaffen = voor elkaar krijgen
  • die Sicherheit = de veiligheid
  • sich beschweren = klagen
  • sich unterhalten = praten
  • bellen = blaffen
  • die Beziehung = de relatie
  • die Bildung = de vorming
  • die Enttäuschung = de teleurstelling
  • erledigen = afhandelen
  • ersetzen = vervangen
  • fliehen = vluchten
  • das Gasthaus = het restaurant
  • sich zurechtfinden = de weg vinden
  • der Zweck = het doel
  • genau = precies
  • heißen = betekenen
  • herausfinden = ontdekken
  • der Müll = het afval
  • obwohl = hoewel
  • sauber = schoon
  • sogar = zelfs
  • stimmen = kloppen
  • die Überraschung = de verrassing
  • die Welle = de golf
  • einzige = enige
  • empfehlen = aanraden
  • fast = bijna
  • das Geschenk = het cadeau
  • gucken = kijken
  • kaum = nauwelijks
  • das Opfer = het slachtoffer
  • selbstverständlich = vanzelfsprekend
  • sich verhalten = zich gedragen
  • der Vertrag = het contract