NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
A1-A2 Werkboek en Online
TBDU-A1-K3-03 Lesen
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
der Küche / die Küche
=
de keuken
der Flur
=
de hal
das Wohnzimmer
=
de woonkamer
der Abstellraum
=
de berging
das Gäste-WC
=
de gasten-WC
das Schlafzimmer
=
de slaapkamer
das Badezimmer
=
de badkamer
das Arbeitszimmer
=
de werkkamer
das Einfamilienhaus
=
de vrijstaande eengezinswoning
der Stadtrand
=
de stadsrand
das Erdgeschoss
=
de begane grond
das Dachgeschoss
=
de zolder
die Garage
=
de (auto)stalling
ganz oben
=
helemaal boven
hinter dem Haus
=
achter het huis
nette Nachbarn
=
aardige buren
der Keller
=
de kelder
der Heizungsraum
=
de stookruimte
die Wohnfläche
=
het woonoppervlak
erster Stock
=
eerste verdieping
der Balkon
=
het balkon
der Quadratmeter
=
de vierkante meter
die Wohnung
=
de woning
möbliert
=
gemeubileerd
die Kaltmiete
=
de kale huur
die Nebenkosten
=
de servicekosten
die Kaution
=
de borg
die Abfahrt
=
het vertrek
die Ankunft
=
de aankomst
bestätigen
=
bevestigen
das Familienzimmer
=
de familiekamer
die Reservierung
=
de reservering
die Bestätigung
=
de bevestiging
die Anzahl
=
het aantal
der Betreff
=
het onderwerp
der Hoteldirektor
=
de hoteldirecteur
das Zelt
=
de tent
Weißt du noch?
=
Weet je nog?
letzte Woche
=
afgelopen week
wieder
=
weer
schlecht
=
slecht
kaum
=
amper
viel zu groß
=
veel te groot
endlich
=
eindelijk
die Lösung
=
de oplossing
lassen
=
laten
aufbauen
=
opbouwen
abbauen
=
afbouwen
schon
=
al
entspannt
=
ontspannen
außer Haus
=
buitenshuis
die Speisekarte
=
de menukaart
die Fischfilets
=
de visfilets
Guten Appetit!
=
Eet smakelijk!
das Hähnchen
=
de kip
die Kartoffelscheiben
=
de aardappelschijfjes
kochen
=
koken
die Nachspeise
=
het toetje
zum Beispiel
=
bijvoorbeeld
die Pommes Frites
=
de frietjes
die Rechnung
=
de rekening
die Bratkartoffeln
=
de gebakken aardappelen
selbstverständlich
=
vanzelfsprekend
heiß
=
heet
das Gemüse
=
de groente
das Messer
=
het mes
die Gabel
=
de vork
die Tasse
=
het kopje
der Teller
=
het bord
das Glas
=
het glas