NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B1 Lesen Online
B1 Lesen Lektion 3
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Abmahnung, die Warnung
=
de waarschuwing
zugeben
=
toegeven
abrechnen
=
afrekenen, declareren
die Nachforschung
=
het onderzoek
hervorgehen aus
=
blijken uit
gelten
=
gelden
der Schade(n), die Schäden
=
de schade, de schaden/schades
entstehen
=
ontstaan
etwas hinnehmen
=
iets accepteren, iets door de vingers zien
das Verhalten
=
het gedrag
zu etwas auffordern
=
iets eisen
erstatten, zurückzahlen
=
terugbetalen
erwarten
=
verwachten
hinweisen auf
=
wijzen op
ausdrücklich
=
uitdrukkelijk, nadrukkelijk
rechnen mit
=
rekenen op
die Kündigung
=
het ontslag, de ontslagbrief, de opzegging
die Spesen, die Kosten
=
de kosten
die Personalakte
=
het personeelsdossier
die Unterschrift
=
de handtekening
unterschreiben
=
ondertekenen, je handtekening zetten
die Betriebsverwaltung
=
de bedrijfsadministratie
die Presse
=
de pers
gespannt
=
gespannen
ungewöhnlich
=
buitengewoon, ongewoon, opmerkelijk
der leistungsstarke Motor
=
de sterke motor
je, jemals
=
ooit
die Realität
=
de realiteit
rutschen
=
glijden
die Rückantwortkarte
=
de antwoordkaart
die Verpflegung
=
de proviand, het proviand, eten en drinken
der Untergrund
=
de ondergrond
der Vertrieb, der Verkauf
=
de verkoop
i. A. / im Auftrag
=
i.o. / in opdracht
i. V. / in Vollmacht, in Vertretung
=
i.v. / in volmacht, in vertegenwoordiging van
niemals
=
nooit
der Bereich
=
de sector, het gebied
die Branche
=
de branche
der Einzelhandel
=
de detailhandel
die Dienstleistung
=
de dienstverlening
gründen
=
oprichten
der Gründer
=
de oprichter
die Gründung
=
de oprichting
umständlich
=
omslachtig
im Schnitt, im Durchschnitt
=
gemiddeld
Maßnahmen ergreifen
=
maatregelen treffen
die Lohnsteuer
=
de loonbelasting
Steuern abführen
=
belasting afdragen
auffällig, auffallend
=
opvallend
zerstören
=
vernietigen
die Erkältung
=
de verkoudheid
die Entzündung
=
de ontsteking
vorbeugend
=
preventief
das Immunsystem
=
het afweersysteem, het immuunsysteem
die Abwehrkraft, die Abwehrkräfte
=
het weerstandsvermogen
das Anzeichen
=
het teken, het symptoom
abklingen
=
afnemen, verminderen
das Lebensjahr
=
het levensjaar
der Muskel
=
de spier
die Behauptung
=
de bewering
schlucken
=
slikken