NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B1 Hören Online
B1 Hören Lektion 2
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
ausfüllen
=
invullen
sichtbar
=
zichtbaar / zichtbar
entfernen
=
verwijderen
der Anhang
=
de bijlage
die Sanduhr
=
de zandloper
zeitaufwändig
=
tijdrovend
speichern
=
opslaan
andauernd
=
voortdurend
einfügen
=
invoegen
klappen
=
lukken
erscheinen
=
verschijnen
lösen
=
oplossen
der Doppelklick
=
de dubbelklik
festfahren
=
vastlopen
die Verbesserung
=
de verbetering
unter anderem
=
onder andere
nachher
=
straks
auftauchen
=
opduiken
irgendwo
=
ergens
bedeuten
=
betekenen
passieren
=
gebeuren
hintereinander
=
achterelkaar
bestimmt
=
beslist
einzelne
=
losse
die Maustaste
=
de muisknop
regelmäßig
=
regelmatig
jeweils
=
telkens
die Betriebsführung
=
de bedrijfsrondleiding
der Hersteller
=
de producent
herstellen
=
produceren
der Sachbearbeiter
=
de administratief medewerker
die Erscheinung
=
de verschijning
erbost
=
kwaad
erfreut
=
verheugd
erstaunt
=
verbaasd
staunen
=
verbaasd zijn
Beifall finden
=
instemming vinden
die Verwaltung
=
het bestuur
der Arbeitsraum
=
de werkruimte
zirka
=
circa
die Tätigkeit
=
de werkzaamheid
sich auf etwas festlegen
=
zich vaastleggen op iets
im Freien
=
buiten, in de open lucht
die Rente
=
het pensioen
hervorragend
=
excellent
abwechslungsreich
=
gevarieerd
die Stimme
=
de stem
ebenfalls
=
ook
deutlich
=
duidelijk
verteilen
=
verdelen
die Verzögerung
=
het oponthoud
störungsfrei
=
storingsvrij
untereinander
=
onder elkaar
etwas erledigen (etwas über die Bühne kriegen)
=
iets is vlot verlopen
Erfolg haben (gut bei Leuten ankommen)
=
succes hebben (bij mensen goed overkomen)
zusätzlich
=
extra / aanvullend
sprichwörtlich
=
spreekwoordelijk
weggehen wie warme Semmeln
=
als warme broodjes de deur uitvliegen
außergewöhnlich
=
buitengewoon
schmackhaft
=
smakelijk
der Kunstgriff
=
de kunstgreep
schaffen
=
tot stand brengen
befürchten
=
vrezen
die Filialie
=
de vestiging
ähnlich
=
op elkaar lijken
sonstige
=
andere
alle übrigen
=
overige
außerordentlich
=
uitermate
die Bonität
=
de solventie
riesig
=
reuze
vertrauen auf
=
vertrouwen op
erhältlich sein
=
verkrijgbaar zijn
die Spezialmaßnahme
=
de speciale maatregel
das Zahlungsverhalten
=
het betalingsgedrag
prüfen
=
controleren
das Lastschriftverfahren
=
de automatische afschrijving
die Rücksprache
=
hier: het overleg
die Geschäftsführung
=
de directie
Keine Ursache.
=
Geen dank.
die Menge
=
de hoeveelheid
die Rechnung
=
de rekening (factuur)
das Konto
=
de rekening (bank/giro)
die Vergangenheit
=
het verleden
der Wert
=
de waarde
mittlerweile
=
inmiddels, ondertussen
rehtzeitig
=
bijtijds
nachvollziehen
=
zich kunnen inleven
die Kreditwürdigkeit
=
de creditwaardigheid
die Verlässlichkeit
=
de betrouwbaarheid
schließlich
=
tenslotte