Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Versicherung = de verzekering
  • das Versicherungsunternehmen = het verzekeringsbedrijf
  • Neuigkeiten austauschen = nieuwtjes uitwisselen
  • erschöpft = uitgeput
  • Das Baby ist süß. = De baby is lief.
  • ganz schön anstrengend = best wel vermoeiend, bestwel vermoeiend
  • Wie geht's dir beruflich? Wie geht es dir beruflich? = Hoe gaat het met je werk?
  • beschäftigt sein = druk zijn, bezig zijn
  • ehrgeizig = ambitieus
  • ankündigen = aankondigen
  • Ich weiß nicht, was ich davon halten soll. = Ik weet niet wat ik ervan moet vinden, Ik weet niet wat ik ervan moet denken
  • Mal abwarten. = We wachten het af.
  • Hast du noch Neuigkeiten? = Heb je nog nieuws?
  • Wie geht es deiner Frau? Wie geht's deiner Frau? = Hoe gaat het met je vrouw?
  • Ist dein neuer Chef nett? = Is je nieuwe baas aardig?
  • Ich höre gerne schnell von dir. = Ik hoor graag snel van je.
  • Schön, wieder von dir zu hören. Es ist schön, wieder von dir zu hören. = Leuk om weer van je te horen. Het is leuk om weer van je te horen.
  • Es freut mich, dass es dir gut geht. = Fijn dat het goed met je gaat. Het is fijn dat het goed met je gaat.
  • umziehen = verhuizen
  • vom Band laufen = van de band rollen
  • sowohl als auch = zowel als ook, zowel alsook
  • bekannt machen, bekanntmachen = bekendmaken
  • eine Präsentation veranstalten = een presentatie regelen
  • die Veranstaltung = het evenement, de manifestatie
  • Wir laden euch herzlich zu dieser Veranstaltung ein. = Wij nodigen jullie graag voor dit evenement uit.
  • der Besitzer = de bezitter
  • im Anschluss an die Präsentation = aansluitend aan de presentatie, in aansluiting op de presentatie
  • die Führung = de rondleiding
  • die Probefahrt = de proefrit
  • Es würde uns freuen, wenn … = Wij zouden het leuk vinden als …
  • das Jubiläum = het jubileum