NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Taalblokken Duits
B2 Gespräche führen Online
B2 Gespräche führen Lektion 8
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
das Ventil
=
het ventiel
die Qualitätsnorm
=
de kwaliteitsnorm
deutlich niedrigere Preise
=
aanzienlijk lagere prijzen
ein Angebot machen
=
een offerte uitbrengen
Das ist entschieden zu viel.
=
Dat is beslist te veel
jemandem auf das Dach steigen
=
iemand iets op zijn duvel geven
die Konkurrenz
=
de concurrentie
10000 Stück oder mehr
=
10000 stuks of meer
die Mindestbestellmenge
=
de minimale bestelhoeveelheid
Einverstanden!
=
Accord!
Und das wäre?
=
En wat zou dat zijn?
die Zahlungsbedingungen
=
de betalingsvoorwaarden
ein Drittel
=
een derde
die Auftragserteilung
=
het plaatsen van een order
Können Sie keine Ausnahme machen?
=
Kunt u geen uitzondering maken?
der Aufwand
=
de moeite
die Buchhaltung
=
de boekhouding
die Verrechnung
=
de verrekening
Dann wäre das jetzt geklärt.
=
Dan is dat nu opgelost.
Könnten Sie mir das schriftlich bestätigen?
=
Kunt u dat schriftelijk bevestigen?
Das haben wir jetzt vereinbart.
=
Dat hebben we nu afgesproken.
zur Sicherheit
=
voor de zekerheid
Kann ich sonst noch etwas für Sie tun?
=
Kan ik nog iets anders voor u doen?
Sie können mit dem ersten Auftrag rechnen.
=
U kunt op de eerste opdracht rekenen.
Das würde uns freuen.
=
Dat zou ons een genoegen zijn.
Bei der Auftragsbestätigung stimmt einiges nicht.
=
Met de orderbevestiging klopt iets niet.
Ich vertrete ihn.
=
Ik vervang hem.
Anfang nächster Woche
=
begin volgende week
Das kann man wohl sagen.
=
Dat kan je zeggen.
Ich kann mir kaum vorstellen, dass…
=
ik kan me nauwelijks voorstellen dat...
bevor
=
voordat
rückkoppeln
=
terugkoppelen
ungewöhnlich
=
buitengewoon
Üblich
=
gebruikelijk
die Finanzabteilung
=
de financiële afdeling
Ich werde sehen, was sich machen lässt.
=
Ik zal kijken wat ik voor u kan doen.
der Treukunde
=
de trouwe klant
einstufen
=
inschalen
die Vorauszahlung
=
de voorafbetaling
absegnen
=
zegenen
die Gesamtrechnung
=
de totale rekening