Team Deutsch - Deel 2

Woordenlijsten Team Deutsch deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van Team Deutsch van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • typisch = typisch
  • das Vorurteil = het vooroordeel
  • schwach = zwak
  • rennen = rennen
  • geschickt = handig / vaardig
  • ausdauernd = onvermoeibaar
  • stimmen = kloppen
  • Das stimmt. = Dat klopt.
  • schießen = schieten
  • das Tor = het doel(punt) / de goal
  • Margit steht im Tor. = Margit staat in het doel.
  • Ich schieße ein Tor. = Ik maak een doelpunt.
  • werfen + A = gooien
  • genau = precies / nauwkeurig
  • logisch = logisch
  • das Ergebnis = de uitkomst / de uitslag
  • der Schnee = de sneeuw