Team Deutsch - Deel 2

Woordenlijsten Team Deutsch deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van Team Deutsch van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • südlich (von + D ) = zuidelijk
  • die Grenze = de grens
  • Frankfurt liegt an der Grenze zu Polen. = Frankfurt ligt aan de grens met Polen.
  • die Lage = de ligging
  • das Ferienlager = het vakantiekamp
  • das Segeln = het zeilen
  • segeln = zeilen
  • das Tretboot = de waterfiets
  • Tretboot fahren = waterfietsen
  • das Kanu = de kano
  • Kanu fahren = kanovaren
  • steil = steil
  • der Gipfel = de top
  • das Mountainbike = de mountainbike
  • die Klettertour = de klimtocht
  • die Schlucht = de kloof
  • der Wasserfall = de waterval
  • die Anreise = de heenreis
  • die Fahrt = de reis
  • die Zugfahrt = de treinreis
  • entdecken + A = ontdekken
  • der Osten = het oosten
  • Polen liegt im Osten. = Polen ligt in het oosten.
  • die Radtour = de fietstocht
  • die Landschaft = het landschap
  • gebirgig = bergachtig
  • die Gegend = de omgeving
  • der Süden = het zuiden
  • westlich (von + D) = westelijk
  • flach = vlak
  • der Norden = het noorden
  • das Picknick = de picknick
  • die Jugendherberge = de jeugdherberg
  • die Rückfahrt / die Abreise = de terugreis
  • das Studentenheim = het studentenhuis
  • teilnehmen an + D = deelnemen aan
  • Ich nehme am Ausflug teil. = Ik ga mee met het uitstapje.
  • das Verkehrsmittel = het vervoermiddel
  • nördlich (von + D) = noordelijk
  • die Durchsage = de mededeling
  • einfahren = aankomen
  • das Gleis = het perron / het spoor
  • Der Zug fährt auf Gleis 6 ein. = De trein komt aan op spoor 6.
  • der Flug = de vlucht
  • die Verspätung = de vertraging
  • die Busfahrt = de busrit
  • der Passagier = de passagier
  • der Ausgang = de uitgang
  • der Zug / die Bahn = de trein
  • der Speisewagen = de restauratiewagen
  • fliegen = vliegen
  • der Westen = het westen
  • fließen = stromen
  • östlich (von + D) = oostelijk