NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
De Uitgeversgroep
DUI 2 op B1-niveau
B1 - Deel Luchtvaart - 1e editie
LVD DUI 1, Hoofdstuk 3
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
der Anschluß des Kopfhörers
=
de aansluiting van de koptelefoon
der abgebrochene Start
=
de afgebroken start
die Klimaanlage
=
de airco
die Armlehne
=
de armleuning
der Aschenbecher
=
de asbak
der Bildschirm
=
het beeldscherm
die Polsterung
=
de bekleding
die Klingel
=
de bel
der Blitzschlag
=
de bliksemslag
der Feuerlöscher
=
het blusapparaat
löschen
=
blussen
die Bombenmeldung
=
de bommelding
eine Bauchlandung machen
=
een buiklanding maken
der Container / der Großbehälter
=
de container
die Decke
=
de deken
enteisen
=
de-icen
die Enteisungsmaschine
=
de de-icer
der Druckknopf ("e)
=
de drukknop
die Leinwand
=
het filmscherm
die Bordküche
=
de galley/pantry
die Notrutsche
=
de glijbaan
der Vorhang ("e)
=
het gordijn
der Kopfschoner
=
de headrestcover
der Hotcup
=
de hotcup
der Kühlschrank ("e)
=
de ijskast
entführen
=
kapen
der Entführer
=
de kaper
der Wahlknopf ("e)
=
de keuzeknop
der Klappsitz
=
het klapstoeltje
der Klapptisch
=
het klaptafeltje
den Klapptisch herunterklappen
=
het tafeltje uitklappen
den Klapptisch zurückklappen
=
het tafeltje inklappen
die Kaffeemaschine
=
de koffiemachine
der Kopfhörer
=
de koptelefoon
das Kopfkissen
=
het kussen
die Leselampe
=
het leeslampje
die Spucktüte
=
de luchtziektezak
die mobilen Flugbegleiterbetten
=
de mobile crew rest
die Notlandung
=
de noodlanding
die Landung auf dem Wasser
=
de noodlanding op het water
die Notlage
=
de noodsituatie
der Ofen (-)
=
de oven
der Durchstart
=
de overshoot/doorstart
die Bordansagen
=
de PAS-teksten
der Rauch
=
de rook
das Schlauchboot
=
de rubberboot
die Rückenlehne
=
de rugleuning
der Gurt (-e)
=
de stoelriem
sich anschnallen
=
de stoelriem vastmaken
anschnallen
=
den Gurt
den Gurt öffnen
=
de stoelriem losmaken
den Stuhl/den Sitz senkrecht stellen
=
de stoel rechtop zetten
die Sitztasche
=
de stoelzak
die Störung
=
de storing
eine technische Störung
=
een technische storing
der Trolley / der Wagen
=
de trolley
die Zwischenwand / die Trennwand
=
het tussenschot
der Verbandkasten
=
de verbanddoos
die Bruchlandung
=
het verongelukken tijdens de landing
die Flamme
=
de vlam
der Lautstärkeregler
=
de volumeregelaar
die Taschenlampe
=
de zaklantaarn
der Sauerstoff
=
de zuurstof
die Sauerstoffflasche
=
de zuurstoffles
die Sauerstoffmaske
=
het zuurstofmasker
die Schwimmweste
=
het zwemvest
eet smakelijk
=
Mahlzeit! / guten Appetit
gaat U zitten
=
setzen Sie sich
goedemorgen
=
guten Morgen
goedenavond
=
guten Abend
alles in orde?
=
ist alles in Ordnung?
blijft u zitten!
=
bleiben Sie sitzen!
afgesproken
=
abgemacht!
het spijt mij
=
es tut mir leid / ich bedaure sehr
graag gedaan / geen dank
=
gern geschehen
hoe gaat het met u?
=
wie geht es Ihnen?
met plezier
=
mit Vergnügen
prettige vlucht
=
ich wünsche Ihnen einen guten Flug
wat zegt U?
=
wie bitte?
alstublieft
=
bitte
welkom aan boord
=
Willkommen an Bord
tot ziens
=
auf Wiedersehen
welterusten
=
gute Nacht
Kan ik uw jas aanpakken?
=
kann ich Ihnen den Mantel abnehmen?
een ogenblikje, a.u.b.
=
einen Augenblick, bitte / einen Moment, bitte